De MF 3000 wordt gebruikt voor de debietmeting van vaste stoffen in metalen pijpleidingen. Alle poeders, stofdeeltjes, pellets en granulaten kunnen reproduceerbaar worden gemeten in het doorvoerbereik van enkele kg/u tot vele t/u. De MF 3000 is geschikt voor in-line metingen in pneumatische pijpleidingen of in vrije val.
De MF 3000-sensor wordt vlak in de pijpleiding geïnstalleerd met behulp van een gelaste schroefdraadverbinding. De sensor genereert een microwave-veld binnen de pijpleiding.
Deeltjes die de sensor passeren reflecteren de microgolven, waardoor veranderingen in frequentie en amplitude van het gereflecteerde signaal optreden. Op basis van deze gegevens wordt de snelheid en hoeveelheid van het passerende materiaal berekend.
Statische deeltjes, zoals bij stof-ophoping, beïnvloeden de meting niet en worden niet meegenomen in de berekening
| Behuizingsmateriaal | Roestvrij staal (1.4307 of 1.4571 optioneel) |
| Sensoroppervlak | K = PA, C = Keramiek (optioneel), T = Teflon (optioneel) |
| Omgevingstemperatuur | -10°C tot +70°C |
| Procestemperatuur | -20°C tot +90°C (K, C) -20°C tot +100°C (T), max. oppervlaktetemperatuur 135°C 0°C tot +150°C (Niet-ATEX, optie 1) 0°C tot +450°C (Niet-ATEX, optie 2) |
| Procesdruk | 6 bar (tijdelijk tot 30 bar) |
| Zendfrequentiebereik | 24,150 tot 24,250 GHz |
| Beschermingsklasse | IP65 |
| Explosieveilige zones | Zone 20/21 en Zone 2 (optioneel) |
| Kabellengte | 3 m standaard, andere lengtes op aanvraag |
| Afmetingen & Gewicht | D 60 x 280 mm; 1300 g |
| Gemeten massaflow | ~ 1 kg/h tot enkele tonnen per uur, afhankelijk van pijpdiameter (max. D=300) |
| Korrelgrootte | Ca. 1 nm – 20 mm |
| Indicator | 0 – 1023 digits |
| Nauwkeurigheid | Tot 1% (afhankelijk van het product) |
| Gemiddelde & Filterwaarde | 1 – 500 sec |
| Aantal producten | Tot 24 kalibratiecurves |
| Omgevingstemperatuur | -10°C tot +60°C |
| Beschermingsklasse | IP20 |
| Voedingsspanning | 24 VAC (50-60 Hz) +/-20%, 24 VDC -20% / +30%, max. 2 W |
| Ingangen | 1x RS485 (van sensor) |
| Uitgangen | 1x Analoge uitgang voor massaflow (0/4-20 mA; 0-10V) 1x Alarmrelais voor max/min of sensorfout 1x Pulstuitgang voor telling 1x USB-aansluiting voor notebookverbinding 1x RS485 met MODBUS-protocol voor PLC-verbinding |
| Afmetingen & Gewicht | 22,5 x 115 x 100 mm zonder klemmen; 150 g |
Het meetprincipe van de MF 3000 is uniek, aangezien de sensor contactloos en onderhoudsvrij werkt en eenvoudig te installeren of achteraf in te bouwen is. De meting is zeer nauwkeurig (tot 1%) afhankelijk van het bulkmateriaal.
De meetresultaten worden niet beïnvloed door temperatuurveranderingen, vochtigheid of statische lading.
De MF 3000 is geschikt voor alle soorten bulkmaterialen met een korrelgrootte van circa 1 nm tot 20 mm. Het instrument kan worden toegepast in metalen pijpleidingen (of metalen afgeschermde leidingen en slangen) met een maximale diameter van 300 mm.
Afhankelijk van de pijpdiameter is een debietmeting mogelijk van 1 kg/uur tot enkele tonnen per uur (dilute phase). Voor een nauwkeurige meting zijn constante materiaalsnelheid, bulkdichtheid, een stabiele diëlektrische constante en een uniforme deeltjesgrootte vereist. Trillingen en overmatige afzetting van kleverig materiaal op het sensoroppervlak moeten worden vermeden.
Voor een nauwkeurige meting is het cruciaal om een optimale plaats in de pijpleiding te bepalen waar de deeltjes vrij zweven en gelijkmatig verdeeld zijn. Dit is het meest effectief in verticale pneumatische leidingen, vrije val-toepassingen en, met enige beperkingen, in horizontale pneumatische leidingen.
Het is belangrijk voldoende afstand te houden tot bochten, blowers, kleppen, vernauwingen en vertakkingen. Voor een optimale materiaalverdeling kunnen geleidestaven of schijfreflectoren in de pijpleiding worden geïnstalleerd.
Een precieze kalibratie is essentieel voor een optimale meetnauwkeurigheid. De MF 3000 kan tot 24 kalibratiecurves opslaan voor verschillende materialen of procescondities.
Referentiegegevens kunnen worden bepaald door:
Per kalibratiecurve kunnen maximaal 10 meetpunten worden opgeslagen, met een minimale vereiste van een min/max-kalibratie met ten minste twee datapunten.
.
